Terwijl social media dag na dag een nieuw venster openen naar een wereld vol perfecte plaatjes en eindeloze mogelijkheden, gaat het met de jongere generatie steeds slechter. De impact van social media op de mentale gezondheid en geloofsbeleving van de jongere generatie is complex, en wordt nog ingewikkelder door het verslavende algoritme van TikTok. Hoe verandert deze digitale realiteit de manier waarop jongeren hun geloof vormgeven en hun identiteit ontwikkelen? We duiken diep in de complexe interactie tussen schermtijd, geloof en wereldbeeld, en hoe kerken en ouders hun rol kunnen spelen in de navigatie door deze digitale jungle.

Wat doet het met je als je meer dan acht uur per dag op het scherm van je smartphone staart? TikTok-video’s, mooie plaatjes op Instagram, een Snap-streak met je bestie, honderden appjes en een paar vlogs op YouTube. Tieners draaien er hun hand niet voor om. Praktisch allemaal hebben ze een smartphone en gebruiken ze minstens één socialmediaplatform. Met de opkomst van social media, komen ook de problemen waar de jeugd van tegenwoordig mee worstelt. Onderzoek na onderzoek laat zien dat jongeren van nu in slechts een paar jaar tijd steeds vaker depressief zijn, slaapproblemen hebben, eetstoornissen, mentale gezondheidsproblemen ontwikkelen, met angststoornissen en concentratieproblemen kampen, en met zelfdodingsgedachten rondlopen.

Het aantal jongeren dat ontevreden is over zijn of haar lichaam en onzeker over de eigen waarde, is ‘zorgwekkend hoog’, zeggen verschillende onderzoeken. Vooral meisjes geven in groten getale aan last te hebben van een laag zelfbeeld. Afgelopen juni waarschuwde de Surgeon General, de hoogste baas van de Amerikaanse publieke gezondheidsdienst, nog voor de negatieve effecten van social media op de mentale gezondheid van jongeren. Ja, schrijft hij in zijn officiële adviesrapport, er zijn ook positieve kanten: jongeren kunnen er contact leggen met andere jongeren die hun identiteit en interesses delen, het geeft ze toegang tot informatie en kan een plek zijn voor zelfexpressie. Maar na die ene paragraaf volgen vijf pagina’s over de potentiële risico’s: van blootstelling aan schadelijke content tot een slecht zelfbeeld, eetstoornissen, interactie met kwaadwillenden en verstoorde breinontwikkeling.

Wat wel duidelijk lijkt, is dat hoe iemand zich voelt, bepalend is voor hoe die persoon beïnvloed wordt door alles wat hij op dat moment online ziet. Eén onderzoek liet bijvoorbeeld zien dat het zelfbeeld van meisjes die werden blootgesteld aan gemanipuleerde foto’s van andere meisjes direct afnam, maar dat dat vooral gold voor meisjes die toch al geneigd waren zichzelf meer te vergelijken met anderen.

Filterbubbel

De vraag dringt zich op hoe de komst van social media ook de identiteitsontwikkeling van de huidige jonge generatie beïnvloedt. Onderzoek hiernaar is niet eenvoudig. In de eerste plaats omdat socialmediagebruik flink verschilt tussen jongeren onderling. Daarbij is het lastig vast te stellen op wat voor manier al die content die jongeren van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat binnenkrijgen hen nu echt beïnvloedt in hun overtuigingen, normen, waarden en levensopvatting. Want zijn bepaalde ontwikkelingen het gevolg van wat ze te zien krijgen, of een gevolg van het feit dat ze meer tijd aan social media besteden, en dus minder aan andere dingen?

Toch weerhoudt het wetenschappers niet zich over die vraag te buigen. De algemene teneur is er een van somberheid en her en der zelfs alarmisme. Zelfbeeld en eigenwaarde zijn twee belangrijke pijlers van identiteit, en die staan duidelijk onder druk. Wie ben je, en wie wil je zijn? Voor veel jonge tieners zullen de antwoorden op die twee vragen wellicht ver uiteenlopen omdat ze een onrealistisch hoge standaard voor zich zien. De perfecte plaatjes die jongeren online zien, vormen hen tot onzekere jonge mensen die altijd de zware druk op hun schouders voelen om beter te zijn, mooier, succesvoller, geslaagder.

Ook over de mate waarop social media invloed hebben op de geloofsontwikkeling van jongeren bestaan veel vragen. De onophoudelijke stroom beelden die hun telefoon binnenkomt vanuit alle hoeken en gaten van de wereld, heeft de context waarin jongeren hun identiteit vormgeven vele malen veelomvattender, internationaler en onoverzichtelijker gemaakt dan een paar jaar geleden. Waar het een paar decennia geleden thuis, vriendenkring, school en kerk waren, roepen anno 2023 duizenden stemmen om aandacht.

De aard van een socialmediaplatform als TikTok, is daarin doorslaggevend. Gebruikers zien niet alleen datgene wat ze zoeken, ze worden actief bestookt met filmpjes waarvan het algoritme vermoedt dat het leuk of interessant zal zijn voor de gebruiker. Dat algoritme is griezelig intelligent, het kan gebruikers in een mum van tijd doorgronden en hen meezuigen in een filterbubbel die niet zelden naar de randen van het extreme beweegt. Het is ingericht om gebruikers zo lang mogelijk te laten scrollen; of dat ten koste gaat van het mentale welzijn van de gebruiker? Die vraag stelt TikTok in elk geval niet zelf.

De app, die begin 2021 nog 700.000 Nederlandse gebruikers had, telt er inmiddels vier miljoen (wereldwijd bijna 1,7 miljard) en werkt extreem verslavend. Het zijn vragen over een in rap tempo veranderde online wereld waar ouders, opvoeders en ook kerken nog maar nauwelijks raad mee weten.

De worstelingen met het zelfbeeld zijn voor Corjan Matsinger, docent godsdienst, religieus trendwatcher en jongerenwerker, heel herkenbaar in zijn klassen. Wat hem zorgen baart, is dat het zich uitbreidt. Zelfbeeld was vooral een thema voor meisjes, maar in de afgelopen twee jaar zijn ook steeds meer jongens daardoor beïnvloed. “Door al die fitfluencers zijn ook jongens nu echt ontevreden over hun lichaam. Ik zie dat een-op-een terug bij mijn tweedeklassers.

Matsinger is ‘een beetje van de sombere kant’ als het gaat om social media. “Ik zie wat het met ze doet. Vanuit mijn perspectief als docent is concentratie een belangrijke, en dat is ook waar jongeren zelf het meest over klagen. Ze hebben heel goed door dat hun smartphone dat bemoeilijkt, maar het is heel moeilijk te doorbreken.” Social media hebben ook de manier waarop jongeren met informatie omgaan veranderd, zegt Matsinger. “Ze hebben online toegang tot heel veel informatie. Je merkt dat ze kennis vooral ontsluiten, en minder opbouwen. Astrologie is bijvoorbeeld populair. Dan krijgen ze allerlei filmpjes over edelstenen, kristallen, hun sterrenbeeld en hun saturnusring en zo. Maar het is geen kennis die ze opbouwen, maar meer brokjes informatie.”

Het idee van lichamelijke maakbaarheid is een levensvisie die jongeren direct meekrijgen van influencers, zegt ook Niek Bakker, jeugdwerkadviseur bij het Interkerkelijk Kenniscentrum. “Hun lichaam is een instrument geworden dat je kunt optimaliseren.” Een ander gevolg dat volgens Bakker veel invloed heeft op het leven van jongeren is de druk die ze voelen om online een perfect plaatje van zichzelf neer te zetten. “Het creëren van een instagrammable life is iets wat veel druk uitoefent om altijd alles op de meest perfecte manier te doen.” Bakker werkte eerder voor Stichting Chris en vertelt dat in de online chat jongeren daar veelvuldig over vertelden: onzekerheid, het gevoel altijd tekort te schieten, altijd meer en beter te moeten. “Het hele levenstempo versnelt. Vijftien of twintig jaar geleden deed je een investering in een scooter of een tas, daar deed je moeite voor maar dat had ook een bepaalde geldingstijd. Daar kon je mee vooruit. Online is dat helemaal weg. Hoeveel moeite je ergens voor doet, het heeft nooit méér waarde dan dat moment dat het even in beeld is. Die hoge versnelling zet jongeren voor hun gevoel op een achterstand, waardoor ze zich eerder leeg en hol gaan voelen. Er is geen app die zo verslavend is. Je merkt dat het tieners zo in de greep kan hebben, het laat ze bijna niet meer los. Vergeleken met andere apps gaan de gebruikstijden echt over de kop.” Wat jongeren daar precies tegenkomen is moeilijk te zeggen, omdat de app door het algoritme zo persoonlijk is. “Maar je merkt wel dat de online contentvoorkeuren van jongeren heel erg worden gestuurd door hun offline omgeving, hun vrienden en hun klas.”

TikTok lijkt je interesses haast te ruiken en zorgt er zo voor dat je je amper los kunt scheuren van je scherm. Je wilt blijven scrollen, want elk volgend filmpje is nog leuker, nog interessanter, nog schokkender en past nog beter bij wat jij wilt zien. Het algoritme is een complex systeem dat onder andere gebruikmaakt van AI om ervoor te zorgen dat je blijft doorkijken. Door tot op de milliseconde te meten hoelang jij naar welke video kijkt, welke content je liket of doorstuurt, welke profielen en hashtags je volgt en waar je op reageert, ‘leert’ het systeem jou als het ware kennen en probeert het te voorspellen welke volgende video je wilt zien. Op de ‘for you page’ wordt content aanbevolen die misschien interessant voor je is, en zowel die pagina als je feed wordt realtime aangepast aan wat de app over jou leert

Het algoritme

Zo’n algoritme zorgt ervoor dat je steeds meer van je eigen interesses te zien krijgt en dat creëert een eigen bubbel, waardoor gebruikers als het ware met een gekleurde bril op door alle TikTok-content dwalen, waarbij ze al snel in een konijnenhol terecht kunnen komen waar ze naar steeds extremere content worden geduwd om ervoor te zorgen dat je blijft kijken. The Washington Post deed in 2021 onderzoek naar het TikTok-algoritme met een heleboel nepaccounts. In minder dan twee uur had TikTok door wat hun interesses waren en kregen ze steeds extremere content te zien; in sommige gevallen gebeurde dat zelfs binnen veertig minuten. Zo kreeg de nepaccount met een interesse in politiek al snel alleen nog maar video’s over verkiezingsfraude, samenzweringen en QAnon.

Op TikTok zijn ook legio christelijke influencers en accounts actief. En ook die moeten buigen voor het algoritme. Korte video’s waarin dingen lekker stellig geponeerd worden, werken goed voor tieners. Dat zwart-witte past bij hun ontwikkelingsfase, zegt Bakker. “Vooral in hun geloofsontwikkeling speelt moralisme een grote rol. Ze hebben nog geen goed begrip van hoe complex maatschappelijke problemen kunnen zijn en dus gaan ze op een heel rigoureuze, moraliserende manier met dingen om. Het geloof is voor hen een set regels en dingen horen consistent te zijn, dus ze zijn goed of fout.” Dat dat zwart-witte denken (dat Daan en Fleur veel tegenkwamen tijdens hun uurtjes TikTok, zie kaders) een gevolg is van social media zou hij dus niet willen zeggen. “Maar het haakt wel erg op elkaar in.”

God als behulpzame butler

Het doordenken van de relatie tussen social media en geloofsontwikkeling staat nog in de kinderschoenen, zegt zowel Matsinger als Bakker. Fundamentele bezinning op de geloofsontwikkeling van tieners in relatie tot social media is in elk geval in Nederland zo goed als afwezig. Artikelen, studies en adviezen die in de buurt komen, hebben te maken met mediawijsheid en het reguleren van schermtijd.

De behoefte aan meer bezinning over dit onderwerp is er zeker wel. Het Interkerkelijk Kenniscentrum, waar Bakker werkt, krijgt veel vragen vanuit scholen, opvoeders en kerkbesturen om hierover kennis te komen delen. Op basis van zijn eigen ervaringen op scholen, en ook op basis van met name Amerikaans onderzoek, wijst hij het veranderende godsbeeld en de manier waarop jongeren hun dagelijks leven verbinden met God aan als grootste verandering in de geloofsontwikkeling. “Ze zien God als een soort behulpzame butler. God beschouwen ze als een handige app op je telefoon: altijd bereikbaar en beschikbaar, je kunt hem gebruiken zodra je in een situatie zit waar je hem nodig hebt.”

Die grote rol voor muziek is aan de ene kant positief, zegt Bakker, omdat het ‘een belangrijke deur naar gevoel en beleving’ vormt. Maar kerken die meer ruimte hebben gegeven aan worship, zeggen ook dat het ten koste is gegaan van het voordoen en onderwijzen van de Bijbel en het gebedsleven. “Het is veel moeilijker om jongeren warm te krijgen voor bijbellezen en bidden.”

Voetballers en het welvaartsevangelie

“Als je luistert naar christelijke influencers, is het vooral kretologie”, zegt Matsinger. “Iemand knalt eruit dat-ie die en die bijbeltekst heeft gelezen en dit en dit verhaal. Dan probeer je met die tieners daartussen een verband op te zoeken, maar wat er dan uitkomt is heel minimaal. Hun kennis holt echt achteruit, ook door de bredere trend dat ze minder lezen.”

Het algoritme van TikTok zorgt er ook voor dat als de app eenmaal doorheeft dat jij een onderwerp interessant vindt, je daar alleen maar meer van te zien krijgt. “Zo beland je in een filterbubbel en word je alleen maar bevestigd in je eigen gelijk.” Jongens in zijn klassen komen dan bijvoorbeeld uit bij Andrew Tate, een influencer die bekendstaat om zijn antifeministische en anti-woke ideeën en vastzit op verdenking van mensenhandel en verkrachting. “Het is soms een beetje dwepen met extremen, dat hebben ze ook wel door, maar het beïnvloedt hen toch wel. Vaak zie je dat wel weer opdrogen in havo 5 en het past ook wel bij de zoektocht van tieners naar hun eigen identiteit om die extremen op te zoeken.”

Dat jongeren de overheid vaker wantrouwen en vaker in complottheorieën geloven, herkent hij in zijn klassen. “Het klimaat is een hoax, we worden ingekapseld, we zitten in de matrix, de genderlobby … Deze jongeren krijgen online video’s met eindtijdtheorieën, natuurrampen en complottheorieën.”

Die video’s zijn vaak heel zwart-wit, en hoe dieper je in de algoritme-fuik komt, hoe erger dat wordt. En dat werkt. Want de video’s zijn kort, lekker zwart-wit en daar gaan tieners goed op. Dat past bij hun ontwikkelingsfase. “Het lastige van TikTok is dat in zo’n kort, zwart-wit filmpje lijkt alsof het de waarheid is. In de klas heb ik na zo’n statement drie kwartier om met ze in gesprek te gaan, maar online werkt dat niet. En dan loop je het risico dat jongeren radicaliseren en zich terugtrekken in de eigen tribe.”

Ouders en jongerenwerkers hebben hier een belangrijke taak, zegt Matsinger. “De crux is jongeren te helpen om ergens van meerdere kanten naar te gaan kijken. Ga samen zoeken: kunnen we hier een ander standpunt bij bedenken, wat zou dat dan zijn en wie zou er nog meer iets over te zeggen hebben?”

Bron: denieuwekoers.nl